vrijdag 28 oktober 2011

Christiaan Carel van Lintelo

In het archief van de huizen Nettelhorst en De Heest bevindt zich een verzameling stukken welke afkomstig is van de edelman Christiaan Carel baron van Lintelo (1669-1736). Hij is de schoonvader van Adolf Jacob Hendrik van Heeckeren, o.m. heer van Nettelhorst, De Heest, Batinge en Overlaer. Omdat de man geen enkele zoon heeft nagelaten zijn zijn persoonlijke stukken voor een belangrijk deel vererfd op zijn dochter Petronella Reiniera, die in 1742 met Van Heeckeren in het huwelijk was getreden. In de literatuur wordt wel enige aandacht geschonken aan Christiaan Carel. Hij was immers kasteelheer van de Ehze (bij Almen) en Walfort (gelegen tussen Bredevoort en Aalten). Daarnaast was hij eerst scholtus van Lochem (binnen en buiten), en vervolgens van Zutphen (eveneens binnen en buiten). Ook kennen we hem als burgemeester van Groenlo (vanaf 1697), als drost van Bredevoort en als ordinaris-gedeputeerde namens Gelderland in de Staten-Generaal (vanaf 1701).
Minder duidelijk is zijn rol als gunsteling van koning-stadhouder Willem III. Deze laatste zorgde er voor dat Christiaan Carel vanaf 1702 als buitengewoon gevolmachtigde namens de Staten-Generaal namens de Republiek diplomaat werd aan het koninklijk hof van Pruisen in Berlijn. Het mag dan ook verrassend genoemd worden dat tussen de stukken die hij aan zijn bovengenoemde dochter heeft nagelaten zich ook een deel van zijn diplomatieke correspondentie bevindt. Zo treffen we dubbelen (minuten) van zijn brieven aan die in de periode 1707-1710 vanuit Berlijn naar de Staten-Generaal zijn verzonden. We krijgen daarbij een inkijkje in het leven aan het Pruisische hof: blijdschap en droefenis, ziekte en zeer, bezoeken, geruchten en roddels, het politieke en militaire spel, alles kwam in de brieven ter sprake.
Ook treffen we in dit archief van Nettelhorst en De Heest een uitgebreide correspondentie tussen Van Lintelo met Anthonie Heinsius (1641-1720), raadspensionaris van Holland en in zijn tijd een der belangrijkste bestuurders op het Europese toneel. Van deze bescheiden man is slechts een enkele eenvoudige afbeeldingen bewaard gebleven. Diens ontvangen en verzonden brieven omvatten het aantal van bijna 24.000 stuks en die zijn in de jaren ’70 van de vorige eeuw gepubliceerd in de grote RGP-serie en tegenwoordig ook op internet in zijn geheel te raadplegen. Curieus is echter, dat de brievencollectie in dit archief in dit verband nooit eerder is opgemerkt.
Dit geldt tevens voor de brieven van andere correspondenten zoals François Fagel, griffier van de Staten-Generaal, die uit de periode 1704-1713 bewaard zijn gebleven. Daarnaast correspondeerde Van Lintelo ook met de Engelse volgeling van Willem III John Churchill, de eerste hertog van Marlborough en zien we hem onder meer als betrokkene in het plan tot vernieuwing van het vriendschapsverdrag tussen Pruisen en de Republiek en in de geschillen tussen de Republiek en de koning van Denemarken, met name over het opbrengen van koopvaardijschepen in verband met het toltractaat.
Dat Christiaan Carel van Lintelo met zijn kosmopolitische achtergrond makkelijk in conflict kwam met bestuurders uit zijn lokale entourage, zoals de magistraat van de stad Lochem, is bijna onvermijdelijk. De weerslag van dit alles is terug te vinden in het archief van de huizen Nettelhorst en De Heest.

Geen opmerkingen: