vrijdag 5 september 2014

Een haarlok van koningin Maria van Engeland (1662-1694)

In het huisarchief van Rosendael bevindt zich voor de verandering niet alleen oud papier maar zowaar ook een stevig plukje haar dat met een bandje bijeen wordt gehouden en is bezet met een aantal kleine edelsteentjes. Hier is duidelijk iets bijzonders aan de hand. In een bijbehorend klein handschrift is op een strookje papier geschreven dat het haar afkomstig was van de prinses van Oranje en geschonken aan de vrouwe van Rosendael. Omdat een datering ontbreekt heeft men in het verleden getracht de naam van deze prinses van Oranje te achterhalen. Daarvoor in aanmerking kwamen Wilhelmina van Pruisen (1774-1837), liefkozend Mimi genoemd door haar echtgenoot, de eerste Nederlandse koning Willem I, en koningin Maria van Engeland (1662-1694), vrouw van koning-stadhouder Willem III van Engeland en de Republiek.
Van de eerste is een schilderij bekend waarop zij met een strenge blik de wereld in kijkt. Maar belangrijker is, dat zij donkerblond tot zwart haar bezat. Die valt dus af, want het geschonken haar is middelblond en mogelijk nog lichter van kleur geweest. Al geeft een bijzondere omstandigheid rond haar echtgenoot wel aan dat het knippen van haren ter blijvende bewaring niet ongebruikelijk was. Zo werd van de grijze haardos van haar man Willem I - waarschijnlijk direkt na zijn dood in 1843 - een stukje afgeknipt. Erg veel schade werd hem daarmee niet berokkend, blijkens een tekening van hem van luttele dagen voor zijn dood, die een morsig type met ‘advoirdupoids’ te zien geeft. In 2013 bracht dit relikwie op een Zeeuwse veiling een bedrag van 3750 euro op. Zaak dus om niet slordig met haren om te springen.
De andere kandidaat-eigenares van het haarlokje is koningin Maria of Mary II van Engeland, Ierland en Schotland. Oudste dochter van de roomse koning Jacobus II uit het huis Stuart, en Anna Hyde. Ze was gehuwd met onze stadhouder Willem III, en een portret van haar verraadt niet alleen een vriendelijk gezicht maar ook een grote blonde krullebol. Bij de haarlok werden enkele geschreven stukken uit 1689 van haar hand aangetroffen, onder meer over de bisschop van Canterbury. Dit lijkt ook te passen bij de waarschijnlijke ontvanger van het haarlokje Janne Margriete van Arnhem, die erfdochter van de heerlijkheid Rosendael was, en mede via haar echtgenoot contacten onderhield met lieden die in het Haagse met staatszaken en diplomatie belast waren. Echter komt pas meer duidelijkheid over het haarlokje op het moment dat hierop DNA-onderzoek is verricht.

dinsdag 25 maart 2014

Grepen uit het archief van Huis Rosendael (3)

In het Huisarchief van Rosendael bevindt zich een aantal stukken die afkomstig zijn van leden van het geslacht Van Wassenaer. Deze familie bezat aanzienlijke goederen die voor een belangrijk deel in het gewest Holland te vinden waren. Naast land- en huizenbezit was het echter ook normaal dat mannelijke leden van dit geslacht vaak belangrijke functies in rechts- en bestuursorganen bekleedden. Zo was daar aan het einde van de 17e eeuw Arent van Wassenaer, heer van Duvenvoorde, Voorschoten en Veur (1699-1721) die toen werd benoemd tot hoogheemraad van Schieland.
In die hoedanigheid legde hij de hand op een vuistdik register van privileges, handvesten en verordeningen van het hoogheemraadschap Schieland, omvattende het tijdvak 1299-1609. Er bevinden zich aanvullingen in tot het jaar 1620, waardoor het vermoeden bestaat dat Van Wassenaer zich het boek van een voorganger heeft toegeëigend. Thans ligt de band uiteen, waardoor het eerst een grondige restauratie moet ondergaan alvorens het aan publiek ter inzage gegeven kan worden. Hoe lang dat gaat duren is niet duidelijk. Restauratie is tijdrovend en duur, en er wacht nog zoveel om voor raadpleging geschikt gemaakt te worden. Daarom hier maar een paar foto’s van deze, plechtig van een ingekleurd wapen voorziene bron.

vrijdag 7 maart 2014

Grepen uit het archief van Huis Rosendael (2)

Soms heb je van die oude archiefstukken die je na het vaststellen van het behandelde onderwerp opbergt om ze vervolgens ook nooit meer ter inzage te geven. Met een schokkende inhoud of de privacy-wetgeving heeft dat niets van doen, maar wel de kwaliteit van het papier die er voor zorgt dat deze informatiedrager tegen de handen van geïnteresseerde onderzoekers moet worden beschermd. In het archief van het huis Rosendael bijvoorbeeld bevinden zich relatief veel papieren die aan het vervilten en verkruimelen zijn. Elke keer dat een blad wordt omgeslagen kunnen kleine snippers aan de randen en langs de vouwnaden afscheuren. Wanneer daar niet ingegrepen wordt is de informatie weldra een legpuzzle met een aantal ontbrekende stukjes.
De onderzoeker krijgt stukken die in staat van verval zijn dus niet meer te zien en moet zich tevreden stellen moet de globale beschrijving van de archivaris. Zo’n lot treft in het bijgaande voorbeeld een omslag met stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Timan Johan van Lintelo, een gewezen majoor-commandant van een garde te paard, landdrost van Harlingerland en drost van Bredevoort. In het laatste kwart van de zeventiende eeuw was het vaak al tobben om de financiële eindjes aan elkaar te knopen of om bij het sluiten der ogen erfgenamen allemaal een vrolijk afscheid te geven.
Rond 1690 diende voor het bereiken van een blije herinnering aan de overledene bij twee pogingen diens havezate de Ehze bij Almen, met een stel daartoe behorende huizen en gronden publiek te worden verkocht. De nog in redelijke staat verkerende aankondigingen zijn hier afgedrukt. Zie het als een extraatje op de kennis die helaas verder verborgen zal blijven.

donderdag 27 februari 2014

Grepen uit het archief van Huis Rosendael (1)

In 2014 is het voor kasteel Rosendael precies 700 jaar geleden dat dit centraal in het dorp Rozendaal gelegen huis voor het eerst schriftelijk wordt vermeld. Het kan ook bijna niet anders of de eigenaren van het huis en de daaraan verbonden ‘hoge heerlijkheid’ hebben een grote hoeveelheid archivalia nagelaten. Reden genoeg om daar eens wat aandacht aan te schenken. Zo vinden we in een geschrift met de nogal rammelende Latijnse titel ‘De Batavia Bataviaeque Frisiorum seu Saxonum inferionum Regibus, Dominorumque Bataviae, Rhenanae (Hollandiae antiquissima Provincae) Burchgraviorum Leijdensium Heroumque de Wassenaer origine’ naast een manuscript over de afstamming van de familie Van Wassenaer ook een fraaie achttiende eeuwse tekening op perkament van de Burcht van Leiden. Het ligt centraal in de binnenstad van Leiden op een 12 meter hoge kunstmatige heuvel (motte). Van dit oorspronkelijke kasteel zijn weliswaar meer tekeningen uit de achttiende eeuw bekend, maar het in het huisarchief van Rosendael aanwezige exemplaar is weer anders van compositie dan die men elders aantreft.
Vervolgens nog een afdruk van een voorblad van het in 1758 aangelegde trouwboek van de heerlijkheid Rosendael, ter gelegenheid van de stichting van een nieuw kerkgebouw. Daarin vinden we, hoe kan het ook anders, een lofzang op de lokale kasteelheer. P.S. het archief van Huis Rosendael is momenteel wegens inventarisatie niet in de dienstverlening.

woensdag 15 januari 2014

Auto's van de firma Moll

De firma L.A. Moll was een van oorsprong te Nijmegen gevestigd bedrijf dat naast automobielen aanvankelijk ook motoren en eenvoudige rijwielen verkocht en repareerde. Het kleine maar nog niet toegankelijk gemaakte archief van Moll (dat zal pas in de loop van 2014 het geval zijn), bevat geen opmerkelijk te noemen documenten. Daarentegen heeft dit bedrijf vanaf het begin van de twintigste eeuw wel een aantal foto’s bewaard van automobielen die uit hun werkplaats of showroom kwamen. Het biedt een breed scala van modellen vanaf ca. 1900, waar in een aantal gevallen ook trotse chauffeurs op zaten, waaronder eigenaar Moll zelf, of waar quasie nonchalante personeelsleden tegen aan geleund stonden. De eerste plaatjes betreffen de werkplaats in de Tweede Walstraat te Nijmegen, de binnenstad en het buitengebied.
Men moet goed kijken om de verschillen tussen de modellen te zien, maar ook onder de kap waren er verschillen in bijvoorbeeld het aantal cylinders.
De kenners krijgen hier tevens een foto van de beroemde Dion Bouton te zien. Een automerk dat door Moll werd geïmporteerd. De zaken gingen blijkbaar goed, want in 1922 maakte Moll een geslaagde overstap naar Arnhem.
Kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog kocht deze ondernemer een classicistische villa met koetshuis aan de Velperweg in Arnhem. De bekende architect Diehl kreeg de opdracht het pand te verbouwen tot een garagebedrijf. De villa ging bestaan uit een kantoor met showroom en aan de achterzijde werden een aantal werkplaatsen gebouwd. De showroom aan de straatzijde kreeg bovendien een verdieping waardoor voorbijgangers een bijzonder beeld werden gegund op de geëtaleerde auto’s. Het complex werd in 1968 nog eens stevig uitgebreid, maar tegelijkertijd werd al gesproken over een verplaatsing naar elders. De sloop van de gebouwen vond eerst in 1988 plaats.