zaterdag 29 september 2012

Diefstal van akten voor het goede juridische doel: de kwestie Valenus Swaen

Ruim 100 jaar geleden verkreeg het voormalige Rijksarchief in Gelderland de eigendom van een merkwaardige verzameling stukken van een zekere dr. Valenus Swaen. Bekend is dat deze jurist rond 1700 advocaat te Nijmegen was, en dat hij korte tijd later als zodanig in Arnhem opdook. In de Gelderse hoofdstad werd bij op zeker moment bovendien schepen en burgemeester. Zoals wel vaker het geval bij (aankomende) juristen vergaarde Swaen gedurende zijn opleiding en tijdens zijn beroepsleven tal van stukken die hij gebruikte om zijn kennis van de plaatselijke, regionale en provinciale wetten en gewoonten op peil te houden of te vergroten. Ook zijn vader, dr. Johan Swaen had eveneens als jurist een verzameling papieren aangelegd, o.m. als gevolg van zijn taken als rechtsgeleerd adviseur in problematische juridische kwesties.
De verzamelzucht van de familie Swaen leidde tot meters juridisch getinte stukken. Niet alleen van eigen hand, maar meer nog in de vorm van afschriften en originele bescheiden. Zo bevinden zich in deze collectie akten van volmacht, flarden van civiele processen, leenakten, schuldvorderingen, testamenten, beslagleggingen, belastingkwesties, huwelijksvoorwaarden, placaten, vonnissen en tal van andere stukken van juridische en gerechtelijke aard uit de periode ca. 1600-1750. Het probleem daarbij is, dat Swaen maar voor een deel orde heeft weten te scheppen in al zijn eigen papieren, die de gehele provincie Gelderland omvatten. Zo heeft hij negen bundels met stukken in dikke banden laten zetten, die de welluidende titels tomus primus (2 banden), secundus, tertius, quartus, quintus, sextus, septimus en octavus hebben meegekregen. Daarop is een klapper op onderwerpen bewaard gebleven die met de letters A t/m J beginnen, genaamd ‘index observationum et annotatiorum mearum’. Maar voor het overige resteren enkele meters met uitsluitend divers en niet chronologisch materiaal, waaraan archivarissen zich de afgelopen eeuw wijselijk niet hebben gewaagd om daarin orde te scheppen.
Als het nu was gegaan om uitsluitend afschriften had men dit zo kunnen laten voor het was, maar de aanwezigheid van zoveel originele stukken geeft een ander licht op deze collectie. Daarom is recentelijk gestart met het toegankelijk maken van deze collectie Swaen. De voltooiing van dit project wordt ergens in 2013 verwacht.

dinsdag 11 september 2012

Kenniscentrum aan de Rijn

Terwijl elders in de Arnhemse binnenstad strijd wordt geleverd tegen de komst van een kunstencluster in het ambitieuze glas-in-staal-plan aan de boorden van de Rijn neemt intussen het historisch kenniscentrum het Gelders Archief op bijna geruisloze wijze een voorschot op een vertrek van de Markt naar een oostelijker gelegen plek langs deze rivier. Althans, het eerste beeld ter plaatse wordt bepaald door een jachthaven waar al bij aardig weer waterscooters, grotere en kleine jachten, speedboten, waterskiërs en log ogende rondvaartboten het uitzicht bepalen. De van schoolboeken bekende Rijnaken zijn hier vrijwel afwezig, want die zijn reeds allang bij de landsgrens afgeslagen naar de Waal voor een snelle verbinding naar Rotterdam via Nijmegen.
Het nieuwe erfgoedcentrum voor Gelderland krijgt op dit moment een degelijke coating die de muren nu nog van wisselende kleuren doet voorzien. En op het dak zullen zonnepanelen elk straaltje zonlicht omzetten in de nodige energie voor mens en materie binnen de muren. Dat is dan weer een meevaller voor de van buiten weinig spectaculair ogende blokkendoos die thans in het bedrijvenlandschap langs de Westervoortsedijk verrijst. Met het grote geblindeerde achterlijf (de depots) en de kleine van ramen voorziene kop (de kantoren) zal het in de toekomst gelige gebouw een beetje doen denken aan een wesp, maar dan zonder strepen.
Binnen de muren van het nieuwe Gelders Archief zullen de ontwikkelingen zoals die al een tijd gaande zijn in het archivistisch landschap gewoon voortgaan. De archivaris oude-stijl verdwijnt de komende jaren voor het grootste deel door een massaal natuurlijk verloop. Het mag dan te hopen zijn dat het overgrote deel van de stukken van vóór pakweg 1800 door hen dan intussen in beeld is gebracht. De beroepsgenoten die hun werk voortzetten of op de resultaten van hun voorgangers leunen kunnen zich dan ook in ruimere mate focussen op allerlei vormen van digitale presentatie van bronnen en hun (nadere) toegangen. De generatie van de jongelingen op deze foto zal dan, eenmaal tot de jaren van vragen stellen gekomen, hun weg op internet en binnen het gebouw met de kraan op de achtergrond kunnen vinden.