maandag 25 april 2011

# 16 Webkletsen

Okay, het herdenken was wat aan de vroege kant, maar dat doet de zomer dit jaar ook. Snel weer terug naar serieuze zaken. Ding 16 wacht, en dat is bijna een inkoppertje. Kletsen via internet, met of zonder bewegend beeld. Al die mogelijkheden bestaan al geruime tijd. Als we de beeldtelefonische mogelijkheden even terzijde stellen zien we dat chatten in feite niets anders is dan online met elkaar emailen. Is een beproefd communicatiemiddel. De klets- en seksindustie tikken zich zo de vingers lam. Maar ook kan men op deze manier het serieuze gesprek aan. Al is het wel opletten, want ik heb me vaak in de vingers gesneden door een chat aan te gaan met familieleden aan de andere kant van de wereld waar het klokje minimaal 6 uur vroeger sloeg. Waar de gesprekspartner aldus op dreef raakte, ging bij mij vanwege het late tijdstip het lampje uit.

Foto links: ingekleurd wapen van het geslacht Velinck uit de handschriftencollectie Van Rhemen, in het Gelders Archief. Het plaatje heeft niets met het onderwerp te maken, maar voor een onderwerp als webkletsen maakt een afbeelding niets uit.

Beroepshalve is de chat ook inzetbaar. Het is loffelijk om te zien hoe collega's in het arbeidsveld deze mogelijk aangrijpen. Ik vraag me echter af wat het oplevert. Een chat betekent dat iemand uit het vakgebied zich rechtstreeks voor contact beschikbaar stelt. Zoiets kost de organisatie dure tijd, terwijl de mogelijkheid bestaat om de informatie ook via de wat trager werkende 'info'-email te verkrijgen. Het probleem ligt niet bij simpele en kosteloze vragen, maar met name bij specifieke vragen. De chattende archiefcollega zal dan bijna altijd toch moeten verwijzen naar (niet kosteloze) antwoord- en onderzoeksoplossingen. De archiefcommunicator die chatten mag met klanten en geïnteresseerden is een (te) duur speeltje van de organisatie. Al was het maar omdat heel veel Gelderse webklanten aan de andere kant van de grote plas wonen. Juist ja, daar waar het wakkere leven dus ook minimaal 6 uur met het onze verschilt.

3 opmerkingen:

23 Dingen zei

Duidelijk oordeel! Ik zie dat zelf toch wat anders. Meer vanuit het oogpunt van het beschikbaar stellen van informatie en deskundigheid. Is die beschikbaarstelling niet ook voor archieven een van de kerntaken? Ik denk dat je geen mogelijkheden onbenut zou moeten laten, als gebleken is dat miljoenen mensen een bepaald communicatiemiddel omarmen, er waarde in vinden om te gebruiken.
Benieuwd of er op het GA verder over nagedacht gaat worden...

Wilfried zei

Je hebt groot gelijk als je stelt dat vanuit een archiefinstelling er alles aan gedaan zou moeten worden om materiaal beschikbaar te stellen en om kennisoverdracht zo breed mogelijk te stroomlijnen. Het GldA doet daar ook flink aan mee, en het kost intussen een vermogen aan mensen en middelen. Daarom wordt men hier ook verplicht keuzes te maken, waardoor de chat via een nieuw te creëren functie web-baliemedewerker of een taakverruiming voor bestaande medewerkers minder urgent wordt beschouwd dan het behoud van de - in het huidige tijdsgewricht onder spanning staande - werkgelegenheid en de optimalisering van de huidige taakvelden.

Anoniem zei

De mogelijkheden van social media zijn zo divers en zo omvangrijkheid dat een archiefinstelling keuzes zal moet maken. Zoals je al terecht opmerkt, Wilfried, dwingen de beperkte financiën en menskracht tot scherpe(re) keuzes. Of chatten er dan bij zit? Het zal sterk afhangen hoe het concept van de internetstudiezaal zich zal ontwikkelen. Chatten past wel bij een studiezaal, waarbij het accent meer op het internet ligt. Een digitale collectie vereist verder door ontwikkelen van internetservice door archiefdiensten.